maandag 20 juli 2015

De Biënnale van Venetië: Eerder poëtisch dan cerebraal


Deze 56ste Biënnale ‘All the world’s futures’ doet een gigantische beroep op de verbeelding en het gevoel. Utopieën allerhande, fictieve historie, autofictie, je komt het er allemaal tegen. Je ziet jezelf in een maïsveld staan, tussen de palmen van Broodthaers of onder duizenden sleutels. De Nigeriaanse curator Okwui Enwezor koos voor een groot aantal Afrikaanse, Amerikaanse en Aziatische kunstenaars, die het magisch realisme van Venetië alle eer aandoen.

Deze biënnale werd al omschreven als zeer geëngageerd, al kan je wat vraagtekens plaatsen bij dat engagement. De gerenommeerde kunstenaar Isaac Julien liet honderden personen voorlezen uit ‘Das Kapital’, het eerste wat je hoort in het Centrale Paviljoen van Giardini. Julien is wel zelf een grootverdiener op de kunstmarkt. De zinnen uit het lijfboek van Marx worden bijna overstemd door ‘L’Homme qui tousse’, de bloed ophoestende man van Christian Boltanski. Die kunstenaar baseerde een groot deel van zijn werk op WOII. De Westerse klaagmuur van Fabio Mauri en het eenvoudig geniale ‘Muralla Azul’ van Lagomarsino doen denken aan de immigratieproblematiek, al was het werk van Mauri oorspronkelijk een verwijzing naar Auschwitz.

Fabio Mauri, Il muro occidentale o del pianto, 1993.

Toch zijn er ook veel speelse tongue in cheek werken, waardoor deze biënnale zelfs na drie volle dagen niet te zwaar op de maag valt. Wie niet voorbij de ‘huh?’ geraakt bij het zien van een modern kunstwerk, raadt ik deze biënnale aan als kuur. Als je goed observeert en de titel leest, kan je al veel begrijpen zonder de hele tijd in de gids te lezen. De geoefende kunstliefhebber zal de verwijzingen naar werken van Ai Wei Wei of Marcel Duchamp appreciëren, of ziet er graag de oude waarden terug zoals Fabio Mauri, Marlène Dumas, Georg Baselitz, Christian Boltanski of Andreas Gursky.

Wanneer het bijna 18u00 was, trad bij mij een soort onrust op die kon wedijveren met de existentiële onrust van de mens in een veranderende politieke en sociale context. Ik voelde me één met ‘the age of anxiety’ die volgens voorzitter Paolo Baratta de raison d’être van deze biënnale is. Zes uur is werkelijk te vroeg om dit prachtige evenement, vol topwerken af te sluiten. Zelfs wanneer je er van 11 uur aan begonnen bent en je voeten ondertussen een kunstwerk van blaren zijn geworden.

Chantal Pattyn schreef een excellente en praktische gids voor de Biënnale, waar je een overzicht krijgt van de geografie van de biënnale en van haar favoriete werken. Dankzij deze gids ging ik naar de expo ‘Heartbreak Hotel’ van de Brusselse curator Vanhaerents, op het eiland Giudecca. Daar kan je onder andere een prachtige vierdelige video van Bill Viola bekijken. Die expo staat niet in de kleine catalogus van  de biënnale.

http://cobra.be/cm/cobra/kunst/1.2345251 = de gids van Chantal Pattyn.


Praktische noten: Op vrijdag en zaterdag is het Arsenale open tot acht uur ‘s avonds. Kom je met de trein? Met je ticket heb je misschien reductie. Koop geen dagpasje van de biënnale voor de geassocieerde expo’s in de stad: die zijn meestal gratis of apart te betalen. Voor Jenny Holzer op het San Marco wel 12 €.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten