dinsdag 9 juni 2015

Expo An sich /t/ doet het gebrek aan een Gents Fotomuseum even vergeten



Juni brengt dat gezapig sfeertje van eindejaarstentoonstellingen. We bekijken de eindwerken van onze naasten of collega’s, artiesten aan de academie, en we eindigen met een Cava in het zonneke. Naast dat sociaal gevoel en de drank, is het bijzonder aangenaam dat die expo’s de laatste jaren steeds kwalitatiever worden. De keramiek is al lang geen veredeld pottenbakken meer, siersmeden maken niet alleen tuinhekkens, zeefdruk is geen klein broertje van de schilderkunst.

De fotografen mochten beginnen vorig weekend in de Lindenlei, daar waar vroeger een technisch atheneum gehuisvest was. In de rauwe sfeer van de ondertussen verweerde muren kregen de moeders en dochters van Rebecca Serras er een laagje kwetsbaarheid bij. Net als de fotoreportage over dementie, de zelfportretten van rolstoelgebruiker en Man in Black Pierre Pollentier en de reeks over een Algerijns gezin zonder vader. Undress van Katlijn Blanchaert is een intieme fotografische snuffmovie, die vooral van suggestie uitgaat. Werkelijk van onze sokken geblazen, waren we van de grote afdrukken van David Bruneel. Plastieken zeilen zien eruit alsof ze naar een avondfeest gaan. David tovert de nederigste objecten in huis om tot het mooiste, zuiverste wat u ooit gezien heeft. Faut le faire.

Jeroen De Wandels’ waslijnen vol foto’s roepen een vintage universum op, genre Robert Doisneau, maar dan met zeer felle kleuren tussen het zwart-wit. Een klassieke kam van schildpad, die doorschijnende bruine, twee tanden eruit, zegt meer dan een portret van zijn overleden vader.
Platform’ van Dennis De Smet esthetiseert de verlatenheid van plekken waar mensen normaalgezien het middelpunt zijn. De praktijk van de kinesist, de congresruimte en de dansvloer krijgen eindelijk zelf wat theatrale aandacht. In fijne heldere kleuren die het desolate gevoel verjagen.

Tom Ruttink is gefascineerd door de industriële ingrepen van de mens op het aardoppervlak. Hij vond de onaangeboorde poëzie van aangeboorde aardlagen via Google Maps. Gemakkelijk zegt u? Wij draaiden de wand om en waren onder de indruk van de abstractie van een zwart-wit beeld. Veel bezoekers gingen met de neus op een halve centimeter afstand inspecteren of het geen houtskooltekening was. De uitsnede van de foto is een huzarenstukje, met een rechthoekig bassin perfect in het midden gecentreerd. De pokdalige ondergrond wil die geometrie bestrijden, afbreken, ten gronde richten. Wat een spanning.  Andere foto’s van Tom doen wat Mad Max-achtig aan. Op de grens met het surreële.

Ook gedurfd was de reeks ‘Babel’ van Karine Hanskens, die de onbeholpen communicatie tussen mensen uitdrukt in huilerige portretten. Drie immense treurende dames lijken panelen uit de Renaissance. Het gewild geënsceneerde wordt haast komisch, bij de man die zijn tranen over zijn stuur laat lopen.

De trots op deze dertien fotografen, hun passie voor hun artistiek werk, waar ze soms maar een klein aandeel van hun tijd voor kunnen vrijmaken, en hun bescheidenheid, brengen me dan de hele avond in hogere sferen, meer nog dan de Cava achteraf. Proficiat en het ga jullie goed.
(Op 14 juni kan u mijn enthousiasme delen, in Lindenlei 38, expo ‘an sich /t/)