zaterdag 14 juni 2014

Pareltjes van paria's uit het werk van Fellini


Focus Knack liet het ons weten. Het Filmfestival van Gent is dit jaar gewijd aan Federico Fellini. Het Caermersklooster zal een overzicht brengen van zijn werk en in het themacafé naast de Kinepolis zal een kartonnen Anita Ekberg waarschijnlijk in een fontein baden. Als onvoorwaardelijke fan wil ik het nu eens niet hebben over La Dolce Vita, Roma of het virtuoze Otto e mezzo. Hier wil ik enkele pareltjes behandelen die paria’s riskeren te worden in het oeuvre van Fellini. Ok, de eerste kent u misschien nog wel.

Tijdens mijn prille studententijd  ging ik bij een vriendin naar La Strada kijken. Ik bewonderde het artistieke interieur van de vriendin, de Guernica-stier die ze uit koperblad had gesneden, de roodgeverfde muren, de hoge plafonds, de gigantische bananenplant. Het had iets heel onafhankelijk. Ze schonk bananenthee en ik had het gevoel dat we die avond iets erg nuttig zouden doen. De grootse Italiaanse cinema exploreren. La Strada gaat over de stuurse foorkramer Zampano en zijn aandoenlijk naïeve assistente Gelsomina. In die rollen een letterlijk ijzersterke Anthony Quinn, die zijn borst opzwelt en de ketens rond zijn lijf breekt. Giulieta Masina, de vrouw van Fellini, speelt Gelsomina. Zij wordt hardvochtig gedwongen om de clown te spelen in het circustoneeltje. Toch geniet ze van de nieuwe wereld die Zampano haar laat ontdekken. Als haar enige vriend, een koorddanser, een dodelijke slag krijgt van Zampano, overvalt haar een ongeneeslijke melancholie. De eindscène liet ons stil achter. Anthony Quinn die op het strand ineenstort. De enige creatuur die van hem heeft gehouden, heeft hij het leven onmogelijk gemaakt.  Een bittere verlossing, want Gelsomina bracht hem gevoel bij. Ze doorbrak uiteindelijk zijn hardvochtigheid. Dat trompetdeuntje van Nino Rota. Bijna tien jaar later zag ik La Strada terug. De ietwat larmoyante Gelsomina, nog steeds even onbevangen als tien jaar geleden. Zampano, gebaseerd op een angstaanjagende beenhouwer uit Fellini’s half verzonnen kindertijd. De charmante koorddanser die rokend viool speelt. Richard Basehart met zijn hoge stem en zijn berekende naïviteit. Fellini kon moeiteloos de kritiek pareren dat zijn film niet neo-realistisch genoeg was, dat het allemaal te sprookjesachtig was, door zijn eigen wereld door te drijven. Daar verdient hij een medaille voor artistieke moed voor. Zijn koldereske aanpak is net een meerwaarde, een abstractie van een universeel menselijk drama. In de greep zijn van een persoon die geen liefde kan geven. La Strada sprak zowel de massa als de intellectueel aan, fabrikanten wilden snoep en poppetjes maken van Gelsomina, Fellini moest er niet van weten. Hij had sympathie voor de volksmens, maar wist ook goed waar hij de lijn moest trekken. Hij kreeg een Zilveren Leeuw en een Oscar voor de film.

In Bagnoregio, een van de steden waar Fellini La Strada opnam, kon ik met de lokale kleermaker spreken die zestig jaar geleden voor Fellini had gewerkt. Het moet nog amateuristisch geweest zijn in 1954. Fellini die de kleermaker vroeg een cape te maken voor Gelsomina. Een andere dorpeling maakte de vreemde moto met aanhangwagen/leefruimte. De regisseur plukte een jongetje uit de school dat een scene moest spelen. Hij bracht zijn Felliniaanse euforie naar het dorp, dat tien jaar eerder zwaar geteisterd was door de oorlog. Dit wordt één van de thema’s van de tekst waar ik aan werk. Hopelijk na de vakantie meer hierover.

maandag 2 juni 2014

Poëzie der anatomie


ADOLPH MENZEL en HARLINDE DE MOL

Ik heb Adolphe Menzel ontdekt via Géricault. De expo in het Gentse MSK was aan de grote Theodoor gewijd, met een metershoge kopie van ‘Le Radeau de la Méduse’. Dat werk is zo enorm dat je het niet in één oogopslag kan vatten. Zo bekend van kunsthistorische boeken ook, dat mijn geestesoog er meteen diagonalen op zag verschijnen. Die ingewikkelde patronen waarvan kunsthistorici zeker weten dat de schilder ze zo bedoeld had. Al kan structuur schoon zijn, zoals we in vorige blogposts trachtten te bewijzen, Le Radeau spreekt meer tot de ratio dan het gevoel.

Maar in een aanpalend zaaltje lagen schetsen van negentiende-eeuwer Adolphe Menzel. Schetsen die de armhaartjes deden rechtveren en blik glazig maakte. Welkom Stendhalsyndroom!

Was het door zijn achondroplasie, een vorm van dwerggroei, dat Menzel zo in de anatomie geïnteresseerd was? De schets betrof een lijk dat men uit het water had opgevist. Een bijzonder fijne lijnvoering, met een toefje groen. Maar dan ook niet zo fijn uitgetekend dat het klassiek wordt. Het lichaam is omgeven door wat slordige lijnen en verder een wit vlak, alsof hij daar net uit het papier is opgedoken. Onthutsend modern, die poëtische drenkeling! Jammergenoeg niet meteen op internet terug te vinden. Onderstaande link geeft een idee, maar is toch minder overtuigend dan de MSK versie.


Menzel. De kleine man met ‘professor Lecompte’ baard keek vanachter zijn eenvoudige bril streng en treurig naar de wereld, die hem nochtans vele vriendschappen verschafte. Hij mocht de kroning van de eerste Duitse keizer William I op doek vastleggen. Volgens de Franse poëet Jules Laforgue was dit ‘laarsje hoog bedekt met oneindig veel medailles van verschillende ordes en bewoog hij zich op alle feestjes vlot als een gnoom tussen de historische personages.’ Zijn toetreding tot de Hoge Orde van de Zwarte Adelaar, de Pruisische ridderorde met het Maltese kruis, leverde hem een nobel voorzetsel op. Adoph von Menzel.

De nieuwe Hoge Orde in Gent, het kunstenaarscollectief Beeldruim, heeft een zielsverwante van Menzel in de gelederen. Harlinde De Mol. Ander voorzetsel, zelfde thematiek. Poëtische aquarellen van anonieme nimfen, ware het niet dat ze een gaatje hebben in hun buik met bijzonder fijn getekende organen, die Harlinde soms ook benoemt. In andere schetsen laat Harlinde een opgevuld zakje ik-weet-niet-wat uit die orgaantjes komen. Of wat haar. Onrustwekkend speels. Kijkt u maar zelf maar:

https://www.facebook.com/Beeldruim/photos/a.173696759396404.34557.173679746064772/478926605540083/?type=1&theater


Beeldruim exposeert zo nu en dan in Gentse hotspots als Huset, u kan het allemaal volgen op de grootste anatomische site, Facebook.