Boven de
kassa’s van het filmfestival, in het Cafellini, wacht ons dezer dagen een cava
van 5 Euro en een opgedirkt publiek, veelal met vrijkaartjes van het werk. Fellini
had ze zwierig laten dansen en erotische confidenties laten fluisteren.
Dit is natuurlijk een te clichématige interpretatie van de geesteswereld van de
regisseur, even cliché als de letters die het logo vormen van het Cafellini,
een typografische imitatie van zijn filmtitel Amarcord. Als je aan de
doorsnee kijker vraagt wat ‘fellinaans’ voor hem betekent, dan zal hij
ongetwijfeld denken aan ‘een onirische sfeer, exuberant, personages waarvan er
geen enkele normaal lijkt te zijn’.
Het is de
sfeer die we kennen uit Amarcord, de
fragmentarische herinnering aan zijn jeugd in Rimini. Het is de
duizelingwekkende eindscène van Otto e
Mezzo, de parade op het circusdeuntje van Rota. En dan Roma, met al die volkse spaghettivreters en het kind dat op de
tafel een obsceen lied zingt.
We vergeten
Cabiria, en haar nachten. Le notte di
Cabiria is Fellini’s zevende film uit 1957. Federico is een monument van de Italiaanse
cinema, een eigenzinnig genie dat zijn fantasieën doordreef en als geen ander
werelden wist te scheppen uit zijn kleurrijke observaties. In de werkelijkheid
hebben die magistrale genieën vaak samengewerkt. Fellini voegde als
scenarioschrijver van Rosselini de peper toe aan de melancholische
neorealistische cinema. Anderzijds kreeg hij voor Le notte di Cabiria de hulp van Pasolini. De twee bespraken op de set hoe ze hun script in beeld zouden omzetten. Dat script in een verlopen mapje in hun handen. Misschien komt het door Pasolini’s hand dat het verhaal geen
amalgaam van beelden is, maar een duidelijke structuur heeft, een loop: de begin en de eindscène zijn een
echo van elkaar.
Cabiria is
een prostituee met een erg aseksueel aura, gespeeld door Giulietta Masina, de
vrouw van Fellini. Psychoanalysten zullen een vette kluif hebben aan de
aseksuele afbeelding van Masina in de films van haar man, dat terwijl Fellini
in zijn dromenboek afrekende met de vrouwelijke verlokkingen. Nochtans bewees
Masina in Nella città l’inferno van
Castellani dat ze wel degelijk een aantrekkelijke prostituee kon spelen.
Uit het dromenboek van Fellini.
Bij de start van de film wordt Cabiria door
haar minnaar in een rivier geduwd. Hij gaat ervandoor met haar handtas terwijl
zij gevaarlijk naar het riool drijft. Een
paar mannen halen haar uit het water. Ze foetert en schreeuwt. Ze verbrandt
Giorgio’s foto’s. De film draait om haar ontgoochelingen en veerkrachtige
strijdlust. Haar kleine plezieren die telkens een contrapunt krijgen. Een
groots acteur haalt haar op in de Via Veneto en neemt haar mee naar zijn huis.
Ze is dolblij wanner ze een gesigneerde foto krijgt. Maar dan komt de huilende
minnares van de acteur aankloppen. Hij geeft toe aan haar jammerklachten,
terwijl hij Cabiria in de badkamer heeft opgesloten. Met de hond van de acteur
in haar armen, kijkt ze verweesd door het sleutelgat.
Fellini’s
compassie voor de kleine mens en het terugkerende thema van lijden en verlossing
worden soms christelijk genoemd. Tegelijk komt de naïeve Cabiria tot een scherp
inzicht in de film: de Maagd Maria zal
haar geen gratie schenken. De prostituees gaan met de kreupele oom van hun
pooier naar een bedevaartsoord, waar ze huilend vergeving vragen voor hun
zonden. Ze zingen en schreeuwen, hun volkse verweerde gezichten in prachtige
shots. Als de pooier zijn kreupele oom beveelt zonder krukken te lopen, valt
die hulpeloos neer. Cabiria schreeuwt de wrede desillusie uit. ‘We zijn niet veranderd!’
Ondanks haar
groeiende argwaan en cynisme, tuint ze er telkens weer in. Ze laat zich
hypnotiseren tijdens een spektakel. De hypnotiseur doet haar praten met een
onzichtbare minnaar, Oscar. We zien haar verliefd over het podium dwarrelen. Na
het optreden spreekt een zekere Oscar haar aan op straat, hij was onder de
indruk van haar pure aard. Ze is nog kwaad om de frats van de hypnotiseur en ze
scheept Oscar af, maar kan zich niet bedwingen om naar een afspraakje te gaan
in het station Termini. Na tien afspraakjes vraagt hij haar ten huwelijk. Ze
zegt dat hij de spot met haar drijft, maar hij is goed in zijn rol en
uiteindelijk verkoopt ze haar huis aan een groep hongerlijders. Ze heeft haar
schamele bezittingen ingepakt. Oscar neemt haar niet mee naar haar nieuwe
adres. Hij staat erop om eerst te gaan wandelen. Als kijker voel je nattigheid.
Cabiria plukt argeloos bloemen zoals toen ze gehypnotiseerd was. De scène
eindigt aan een klif met een meer. Oscar vraagt haar of ze kan zwemmen. Ze
vertelt dat ze ooit bijna verdronken is toen een minnaar haar in het water
duwde. Opeens begint het haar te dagen dat Oscar dit ook van plan is. Zijn
koortsige ogen zeggen alles. Ze valt op de grond, schreeuwt dat ze wil sterven.
Uren ligt ze daar te deprimeren. In de laatste scène gaat het van pure wanhoop
naar sterkte en onafhankelijkheid. Cabiria klautert het bos uit, komt terecht
in een vrolijke optocht van feestvierders. Door haar tranen schemert een
bescheiden glimlach, symbool voor het overwonnen wanhoopsmoment. Die twee seconden film vatten
het talent van Masina samen. Zelden een actrice zo ingetogen intens zien
spelen. Het festival van Cannes bekroonde haar in ’57 voor haar prestatie. Benieuwd
of men in het Caermersklooster ook een plaatsje voorzien heeft voor Cabiria.