zondag 31 mei 2015

De twijfel en de terrorist


Zie hoe mooi deze drie panelen samen spelen.

Je kan duidelijk drie keer dezelfde figuur onderscheiden, al is het eerste schilderij iets meer flou dan de twee andere. De figuur is levensgroot afgebeeld. We staan als toeschouwer op ooghoogte. Daardoor maken we makkelijk contact met haar. Maar er is niet echt een verftoets zichtbaar, de verf is heel vlak aangebracht, het lijkt bijna een foto in plaats van een schilderij. Je moet van dichtbij kijken om te zien dat het van olieverf is. Het gebrek aan toets van de kunstenaar maakt het werk realistischer, minder een illusie, hoewel de schilder dat realisme dan weer torpedeert door grijstinten te gebruiken. Zwart-wit-grijs doet denken aan krantenfoto’s. Alleen is de vrouw op deze schilderijen levensgroot. In de ordening van de beelden zit eenzelfde richting. Je kan je voorstellen hoe deze figuur doorstapt naar rechts. Maar het is niet zomaar een wandeling, ze houdt halt in het midden, alsof ze iets opmerkt of zich ergens van bewust wordt. Het zou een vrouw kunnen zijn die opgeschrikt wordt door paparazzi en betrapt doorloopt. Of misschien zag ze net een diefstal, of een aanslag. Ze staat telkens vrij centraal in het beeld, maar enkel haar hoofd, bovenarmen en borstkas worden weergegeven. Het is ons duidelijk te doen om wat in haar omgaat, niet om haar bestemming.

De titel van het werk: ‘Confrontation 1-3’. Gerhard Richter.

Deze vrouw gaat een confrontatie aan. In het eerste luik lijkt ze net te vernemen wat er gebeurd is. In het tweede luik kijkt ze de gebeurtenis in de ogen, met nieuwsgierigheid, angst, hoop. Het is een veelomvattende uitdrukking. Bij het derde luik lijkt ze zich neer te leggen bij wat ze gezien heeft. Wat denkt ze, voelt ze schaamte, spijt? En wat is er gebeurd op de plaats waar wij staan? Er is zo’n interactie met de toeschouwer omdat de afgebeelde figuur iets ziet buiten het schilderij, net als bij ‘Las Meniñas’ van Velasquez. Dat geeft, samen met het filmisch sequentiële aspect, een bijzondere dynamiek aan de beelden.


Dit is Gudrun Ensslin, een terroriste van de Rote Armee Fraktion. (RAF) Voor de gelegenheid heeft ze haar lange lichte lokken laten kortwieken. Ontdaan van haar frivoliteit, sober voor het hoogste doel. Richter heeft de context achter haar weggelaten, want de werken zijn gebaseerd op foto’s uit de gevangenis, waar ze met haar nummerplaat op staat. Ensslin was op weg naar een identificatieronde, waar verschillende verdachten met een nummer naast elkaar worden geplaatst. De getuigen moeten de misdadiger aanduiden. Dat is dus ‘de confrontatie’. Richter liet Ensslin’s menselijke kant zien. Daarover zei hij in een interview: ‘natuurlijk had ik geen sympathie voor de ideeën, of de ideologie waar deze mensen voor stonden. Ik kon het niet begrijpen, maar toch was ik onder de indruk. Zoals iedereen was ik ontroerd.’


Ensslin was een vitale jonge vrouw die had geacteerd in experimentele films. Haar extreme maatschappelijke betrokkenheid had haar naar het terrorisme gedreven. Ze liep mee in protesten tegen de atoombom en tegen de sjah van Perzië. Een actievoerder werd neergeschoten door de politie. Dit was de druppel die Ensslin zou radicaliseren. Ze verliet haar man en kind. Ze liet supermarkten branden met Andreas Baader, beging steeds meer gewelddaden. Op 7 juni 1972 werd ze in Hamburg gearresteerd. De pogingen van haar sympathisanten om haar te bevrijden, mislukten. Ze hadden er zelfs een vliegtuigkaping en gijzeling voor over. Op oktober 1977 kaapte het Palestijnse PFLP Lufthansavlucht 181 in Mogadishu in ruil voor de vrijlating van de RAF-leden. De dag erop werden Ensslin, Andreas Baader en Jan-Carl Raspe dood teruggevonden in hun cel. Officieel hadden ze zelfmoord gepleegd, maar sympathisanten en advocaten probeerden te bewijzen dat het om moord ging.

Ook over haar dood maakte Richter een werk, ‘Gehangene’. Ze is terug levensgroot. Het doek is 200 cm x140cm. Je ziet haar nog heel vaag, ze is al bijna verdwenen. Alsof we in haar wegdoezelende hoofd zitten.  

 

image not avaialable