maandag 2 juni 2014

Poëzie der anatomie


ADOLPH MENZEL en HARLINDE DE MOL

Ik heb Adolphe Menzel ontdekt via Géricault. De expo in het Gentse MSK was aan de grote Theodoor gewijd, met een metershoge kopie van ‘Le Radeau de la Méduse’. Dat werk is zo enorm dat je het niet in één oogopslag kan vatten. Zo bekend van kunsthistorische boeken ook, dat mijn geestesoog er meteen diagonalen op zag verschijnen. Die ingewikkelde patronen waarvan kunsthistorici zeker weten dat de schilder ze zo bedoeld had. Al kan structuur schoon zijn, zoals we in vorige blogposts trachtten te bewijzen, Le Radeau spreekt meer tot de ratio dan het gevoel.

Maar in een aanpalend zaaltje lagen schetsen van negentiende-eeuwer Adolphe Menzel. Schetsen die de armhaartjes deden rechtveren en blik glazig maakte. Welkom Stendhalsyndroom!

Was het door zijn achondroplasie, een vorm van dwerggroei, dat Menzel zo in de anatomie geïnteresseerd was? De schets betrof een lijk dat men uit het water had opgevist. Een bijzonder fijne lijnvoering, met een toefje groen. Maar dan ook niet zo fijn uitgetekend dat het klassiek wordt. Het lichaam is omgeven door wat slordige lijnen en verder een wit vlak, alsof hij daar net uit het papier is opgedoken. Onthutsend modern, die poëtische drenkeling! Jammergenoeg niet meteen op internet terug te vinden. Onderstaande link geeft een idee, maar is toch minder overtuigend dan de MSK versie.


Menzel. De kleine man met ‘professor Lecompte’ baard keek vanachter zijn eenvoudige bril streng en treurig naar de wereld, die hem nochtans vele vriendschappen verschafte. Hij mocht de kroning van de eerste Duitse keizer William I op doek vastleggen. Volgens de Franse poëet Jules Laforgue was dit ‘laarsje hoog bedekt met oneindig veel medailles van verschillende ordes en bewoog hij zich op alle feestjes vlot als een gnoom tussen de historische personages.’ Zijn toetreding tot de Hoge Orde van de Zwarte Adelaar, de Pruisische ridderorde met het Maltese kruis, leverde hem een nobel voorzetsel op. Adoph von Menzel.

De nieuwe Hoge Orde in Gent, het kunstenaarscollectief Beeldruim, heeft een zielsverwante van Menzel in de gelederen. Harlinde De Mol. Ander voorzetsel, zelfde thematiek. Poëtische aquarellen van anonieme nimfen, ware het niet dat ze een gaatje hebben in hun buik met bijzonder fijn getekende organen, die Harlinde soms ook benoemt. In andere schetsen laat Harlinde een opgevuld zakje ik-weet-niet-wat uit die orgaantjes komen. Of wat haar. Onrustwekkend speels. Kijkt u maar zelf maar:

https://www.facebook.com/Beeldruim/photos/a.173696759396404.34557.173679746064772/478926605540083/?type=1&theater


Beeldruim exposeert zo nu en dan in Gentse hotspots als Huset, u kan het allemaal volgen op de grootste anatomische site, Facebook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten