ADOLPH MENZEL en HARLINDE DE MOL
Ik heb Adolphe Menzel ontdekt via Géricault. De expo in het
Gentse MSK was aan de grote Theodoor gewijd, met een metershoge kopie van ‘Le Radeau
de la Méduse’. Dat werk is zo enorm dat je het niet in één oogopslag kan
vatten. Zo bekend van kunsthistorische boeken ook, dat mijn geestesoog er
meteen diagonalen op zag verschijnen. Die ingewikkelde patronen waarvan
kunsthistorici zeker weten dat de schilder ze zo bedoeld had. Al kan structuur
schoon zijn, zoals we in vorige blogposts trachtten te bewijzen, Le Radeau
spreekt meer tot de ratio dan het gevoel.
Maar in een aanpalend zaaltje lagen schetsen van negentiende-eeuwer
Adolphe Menzel. Schetsen die de armhaartjes deden rechtveren en blik glazig
maakte. Welkom Stendhalsyndroom!
Was het door zijn achondroplasie, een vorm van dwerggroei,
dat Menzel zo in de anatomie geïnteresseerd was? De schets betrof een lijk dat
men uit het water had opgevist. Een bijzonder fijne lijnvoering, met een toefje
groen. Maar dan ook niet zo fijn uitgetekend dat het klassiek wordt. Het
lichaam is omgeven door wat slordige lijnen en verder een wit vlak, alsof hij
daar net uit het papier is opgedoken. Onthutsend modern, die poëtische
drenkeling! Jammergenoeg niet meteen op internet terug te vinden. Onderstaande
link geeft een idee, maar is toch minder overtuigend dan de MSK versie.
Menzel. De kleine man met ‘professor Lecompte’ baard keek
vanachter zijn eenvoudige bril streng en treurig naar de wereld, die hem
nochtans vele vriendschappen verschafte. Hij mocht de kroning van de eerste
Duitse keizer William I op doek vastleggen. Volgens de Franse poëet Jules
Laforgue was dit ‘laarsje hoog bedekt met oneindig veel medailles van
verschillende ordes en bewoog hij zich op alle feestjes vlot als een gnoom tussen
de historische personages.’ Zijn toetreding tot de Hoge Orde van de Zwarte
Adelaar, de Pruisische ridderorde met het Maltese kruis, leverde hem een nobel voorzetsel
op. Adoph von Menzel.
De nieuwe Hoge Orde in Gent, het kunstenaarscollectief
Beeldruim, heeft een zielsverwante van Menzel in de gelederen. Harlinde De Mol.
Ander voorzetsel, zelfde thematiek. Poëtische aquarellen van anonieme nimfen,
ware het niet dat ze een gaatje hebben in hun buik met bijzonder fijn getekende
organen, die Harlinde soms ook benoemt. In andere schetsen laat Harlinde een
opgevuld zakje ik-weet-niet-wat uit die orgaantjes komen. Of wat haar. Onrustwekkend
speels. Kijkt u maar zelf maar:
https://www.facebook.com/Beeldruim/photos/a.173696759396404.34557.173679746064772/478926605540083/?type=1&theater
Beeldruim exposeert zo nu en dan in Gentse hotspots als
Huset, u kan het allemaal volgen op de grootste anatomische site, Facebook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten